註釋 Jan I (Leuven, 1252/54 - Bar-le-Duc, 3 mei 1294) was hertog van Brabant van 1267 tot 1294 en van Limburg van 1288 tot 1294. Jan was een zoon van Hendrik III en Aleidis van Bourgondië. Hij was verder bekend als minnezanger. Jan I van Brabant volgde zijn mentaal gestoorde oudere broer Hendrik IV op, die door zijn moeder-regentes van de troon was geweerd. Hij huwde in 1273 met Margaretha van Dampierre, dochter van de Vlaamse graaf Gwijde van Dampierre. Zijn eerste vrouw, Margaretha, een dochter van Lodewijk IX van Frankrijk, overleed in 1271 na amper één jaar huwelijk in het kraambed.Jan I was een krachtige heerser die zijn gebied aanzienlijk vergrootte. Hij kondigde ook een algemeen landrecht af en reorganiseerde de administratie van zijn vorstendom. Zijn pogingen de Brabantse invloed tussen Maas en Rijn te versterken brachten hem onder meer in botsing met de machtige aartsbisschop van Keulen. Omdat zijn Rijnpolitiek strookte met hun handelsbelangen, kon hertog Jan rekenen op de financiële steun van de Brabantse steden, waaraan hij als tegenprestatie uitgebreide privileges toekende. Zijn belangrijkste aanwinst was het hertogdom Limburg, (samenvallend met het noordoosten van de huidige Belgische provincie Luik en het zuiden van de Nederlandse provincie Limburg, en genoemd naar de burcht Limburg aan de Vesder). Toen de kinderloze hertogin Irmgard van Limburg in 1283 overleed, kocht Jan I het opvolgingsrecht van één van haar erfgenamen. Dat was niet naar de zin van haar weduwnaar Reinoud I van Gelre. Het verzet werd echter tijdens de Slag bij Woeringen (5 juni 1288) gebroken, waarna het hertogdom Limburg definitief aan Jan I werd toegewezen.Jan I staat bekend als een levensgenieter en minnaar van muziek, zang en dichtkunst, aan wie een aantal Middelnederlandse minneliederen als Eens meien morgen vroe toegeschreven worden. Ook is er een bekend Brabants volkslied waarin hij wordt vereerd. Zijn hartstocht voor jachtpartijen en gewelddadige riddertoernooien moest de hertog echter met de dood bekopen: hij verongelukte tijdens een toernooi in Bar-le-Duc. Hij werd begraven in de minderbroederskerk in Brussel die op de plaats stond van het huidige beursgebouw. De resten van zijn graf zijn nog te zien naast het beursgebouw.Catalogus van de tentoonstelling in het stadhuis van Zoutleeuw, van 21 mei tot 31 augustus 1994.