登入選單
返回Google圖書搜尋
Een pronkjuweel op het Hogeland
註釋

In de jaren 1699-1701 bouwde de vermaarde Hamburgse orgelmaker Arp Schnitger een nieuw orgel voor de Hervormde Kerk te Uithuizen. Al decennialang geniet het instrument grote internationale bekendheid als een van de best bewaardgebleven Schnitger-orgels. In 2001 werd bovendien een algehele restauratie uitgevoerd, zodat het orgel nu in al zijn pracht te bewonderen is.


De boeiende ontstaansgeschiedenis van het orgel is nauw verbonden met de familie Alberda van Menkema, bewoners van de Menkemaborg op enkele honderden meters van de kerk. Leden van deze familie voerden het beheer over de kerk, initieerden en financierden herstellingen,  vernieuwingen en verfraaiingen.

De orgelkast werd vervaardigd door de Groninger ‘kistemaker’ Allert Meijer. Zijn stadgenoot, beeldsnijder Jan de Rijk, maakte het lof- en snijwerk. In de jaren 1703 tot 1713 verrijkte dit bekende duo de Uithuizer kerk bovendien met een herengestoelte, een kansel en een doophek. Aldus ontstond een uniek ensemble, dat de kerk nog altijd siert.


In het boek worden de kerk, het interieur, de beheersstructuur en de relatie tot de Menkemaborg en zijn bewoners, uitgebreid beschreven. Maar ook de ontstaansgeschiedenis van het orgel, de contemporaine kerkelijke muziekpraktijk in de noordelijke provincies, en natuurlijk het orgel zelf, komen uitvoerig aan bod. Zo ontstaat een rijk geschakeerd en uitvoerig gedocumenteerd beeld van een van de fraaiste orgelensembles die het Groninger Hogeland te bieden heeft.


Verschenen als deel 6 in de reeks Nederlandse Orgelmonografieën