In 1623 besloten de bewindhebbers van de West-Indische Compagnie tot een grootscheepse aanval op het Portugese koloniale bezit in het Atlantisch gebied. Eerst zou de Braziliaanse stad Salvador worden ingenomen om vervolgens van daaruit de gehele suikerrijke kolonie te veroveren. Op 25 oktober 1625 trok in dat kader een Nederlandse strijdmacht op naar Elmina, een kasteel op de West-Afrikaanse Goudkust. Toen de manschappen aan het eind van de dag lagen uit te rusten, werden zij door Afrikaanse bondgenoten van de Portugezen aangevallen. Bij deze verrassingsaanval kwamen 441 Nederlanders om het leven. De Portugezen hadden een prijs gezet op de hoofden van de slachtoffers. Hen werd daarom 'als hoenderen de cop aff geslagen'; het dramatische einde van een ambitieus plan. Ook de overige pogingen van de WIC om zich meester te maken van de Portugese bezittingen en handelsforten in Afrika en Amerika mislukten jammerlijk.
Van de aanval op Elmina is een uniek ooggetuigenverslag bewaard gebleven. De bevelhebber van de vloot, admiraal Jan Dircksz Lam, hield een journaal bij waarin hij de gebeurtenissen tijdens de onfortuinlijke reis nauwgezet optekende. Het bevat unieke informatie over de contacten met de Afrikanen, de voorbereidingen van de aanval, de aanval zelf en de terugtocht naar de Republiek via Brazilië en de Azoren. Expeditie naar de Goudkust biedt inzicht in de Nederlandse relatie met West-Afrika aan het begin van de zeventiende eeuw en werpt nieuw licht op deze meeslepende geschiedenis.