登入
選單
返回
Google圖書搜尋
Ridders aan de Maas
Johan Van der Eycken
其他書名
adel in het graafschap Loon (1300-1520)
出版
Algemeen Rijksarchief
, 2020
ISBN
9463911200
9789463911207
URL
http://books.google.com.hk/books?id=JfcjzgEACAAJ&hl=&source=gbs_api
註釋
Op het einde van zijn leven schreef de Hasseltse augustijnermonnik Johannes Mantelius (1599-1676) een geschiedenis van het graafschap Loon. Met dit werk zette de monnik niet alleen een eerste stap in de Loonse geschiedschrijving, maar bevestigde hij ook de eigen identiteit van het graafschap. Vele eeuwen later doctoreerde archivaris Johan Van der Eycken met een proefschrift over edelen in het graafschap Loon, dat in herwerkte versie nu verschenen is in onze reeks 'Studies in Belgian History'.00De eigenheid van het graafschap Loon, die Mantelius in de 17de eeuw aantrof, was geen recente verwezenlijking, maar een gevolg van eeuwenlange ontwikkelingen binnen een bepaalde geografische, economische, politieke en institutionele context, die deels veroorzaakt werden door toevallige factoren, maar ook het gevolg waren van strategische keuzes, gemaakt door de heersende elite. Het is deze elite die het voorwerp uitmaakt van ?Ridders aan de Maas?.00Bij het gebruik van het woord ?adel? lijkt het voor iedereen duidelijk over wie er gesproken wordt. Nader onderzoek doet de onzekerheden echter toenemen. Wie mag tot de adel gerekend worden en wie niet? Dat dit probleem niet enkel het huidige historisch onderzoek parten speelt, maar ook tijdgenoten, blijkt uit allerhande getuigenissen. De Italiaanse humanist Poggio Bracciolini (1380-1459), bijvoorbeeld, worstelde er mee in zijn traktaat De nobilitate. Ook in de Nederlanden was de betekenis van adeldom niet vanzelfsprekend. Het is zelfs de vraag in hoeverre er van een adel in de Nederlanden kan gesproken worden, omdat dit gebied een amalgaam was van verschillende graafschappen, hertogdommen, kerkelijke immuniteiten, ? waarvan de noordoostelijke territoria meer gericht waren op Frankrijk en de meer zuidelijke op het Duitse Rijk. Niet alleen op geografisch vlak, maar ook doorheen de tijd had de adel een zeer heterogeen karakter. Edellieden dienden zich immers aan te passen aan de steeds wisselende omstandigheden.