登入選單
返回Google圖書搜尋
Een kwetsbaar centrum van de geest
註釋Op vrijdag 25 juni 1937 was het in Amsterdam net Prinsjesdag. Honderden uit het hele land afkomstige reünisten van het Amsterdamsch Studenten Corps werden op het Centraal Station ingehaald door in jacquet gestoken corpsleden uit Amsterdam en enkele andere universiteitssteden voor de viering van het lustrum van de universiteit. In de daaropvolgende week liet de universitaire gemeenschap zich van haar meest elitaire kant zien met onder andere galavoorstellingen in Theater Carré en het Concertgebouw.
Vijf jaar later kon van de viering van het lustrum geen sprake meer zijn. De gezelligheidsverenigingen hadden zichzelf opgeheven, nadat op last van de bezetter de joodse studenten van het lidmaatschap waren uitgesloten. De joodse personeelsleden waren allang ontslagen, evenals verscheidene andere docenten, terwijl de joodse studenten er inmiddels hun langste tijd aan de universiteit op hadden zitten. De oorlog had bovendien onder het personeel en de studenten al enkele levens geëist; meer dan tweehonderd zouden nog volgen. Hoewel de inhoud van onderwijs en onderzoek nauwelijks onder de bezetting te lijden had, raakte door een reeks kleine en grotere incidenten en ingrepen het universitaire leven langzaam maar zeker ontregeld.

Na de loyaliteitsverklaring liep de universiteit in het voorjaar van 1943 bijna leeg en werd er alleen nog maar onderwijs verzorgd onder bedreiging van ontslag en deportatie. Veel studenten werden in Duitsland te werk gesteld; anderen raakten betrokken bij het verzet. Daarnaast werd van het door al dan niet ontslagen docenten aangeboden clandestiene onderwijs op grote schaal gebruik gemaakt. De 'clandestiene universiteit' telde in 1944 zelfs meer studenten dan de officiële.

De naoorlogse zuivering leidde ten slotte tot de eerste grote staking van Amsterdamse studenten. Zij konden niet verhinderen dat de zuivering mislukte als middel tot het maken van een nieuwe start. Toch brachten de jaren van bezetting in tenminste één opzicht een belangrijke verandering: zij maakten definitief een einde aan de idylle van de universiteit als stille wijkplaats in de samenleving.