登入選單
返回Google圖書搜尋
註釋

Discriminatie op de Vlaamse private huurmarkt is een hardnekkig probleem. Studies tonen keer op keer aan dat discriminatie de toegang tot huisvesting voor bepaalde bewoners bemoeilijkt, wat leidt tot een individuele maar ook een maatschappelijke kostprijs. Het zet de efficiëntie van de huurmarkt onder druk en zorgt voor onrechtvaardige uitkomsten. Op grond van een ‘irrelevant kenmerk’ krijgen mensen moeilijk(er) toegang tot een basisbehoefte, een woning.

Over het feit dat discriminatie onaanvaardbaar is, bestaat een ruime maatschappelijke consensus. Alleen zijn de stemmen in het debat het veel minder eens over de vraag hoe discriminatie moet worden bestreden. Een van de pistes die soms wordt geopperd, is sterker in te zetten op regulering en maatregelen door de sector zelf.

Dit boek gaat in op de vraag welke bijdrage zelfregulering kan leveren aan het antidiscriminatiebeleid op de Vlaamse private huurmarkt. Het brengt (theoretische) sterktes en zwaktes in kaart en bespreekt hoe zelfregulering er concreet kan uitzien, rekening houdend met karakteristieken van de sector, verwachtingen van actoren en het toepasselijke juridisch kader. Ook basisconcepten van het Gelijkekansendecreet en andere – al dan niet reeds bestaande –instrumenten zoals discriminatietesten komen aan bod.