Tweede deel. Engelandts apél en beroep, aen en op de gemeente, tegen den koning en desselfs groote geheyme mannen. Behelsende een levendige schilderye van den bedrieglijken aardt en handelinge der kroone van Engeland, aan de Vereenigde Nederlanden, nevens een wijtlustig bewys, hoe gevaarlijk het is voor de gemeente van Engelandt desen oorlogh te sien volherden, tot uytroeyinge der protestanten