De Middelnederlandse late ridderepiek biedt de lezer een spectaculaire veelheid aan personages, locaties en wervelende avonturen in een vaak complexe structuur. De auteurs en bewerkers putten uitgebreid uit de traditie en gaan daar niet zelden bijzonder creatief mee om. Tegelijk zoeken ze de grenzen van het genre op. Toch zijn de meeste van deze romans in het verleden om uiteenlopende redenen weinig bestudeerd. In dit boek bieden Vlaamse en Nederlandse specialisten nieuwe inzichten met betrekking tot de Borchgrave van Couchi, de Roman van Cassamus, de Roman van Florimont, Huge van Bordeeus, Seghelijn van Jherusalem en andere contemporaine werken. De auteurs van de bijdragen plaatsen de teksten in een bredere context en proberen zo de eigenheid van de late ridderromans op het spoor te komen.