登入選單
返回Google圖書搜尋
其他書名
Kinderrechten en grondrechten : een inleiding. Cahier 3
出版Politeia, 2020
ISBN25090370059782509037008
URLhttp://books.google.com.hk/books?id=mKjLzgEACAAJ&hl=&source=gbs_api
註釋Kinderrechten en sociale grondrechten zijn niet meer weg te denken. Regelmatig vormen ze hoekstenen van een beleid en bieden ze handvatten voor de praktijk. Situaties van onrecht worden eraan afgetoetst en versterken het zoeken naar collectieve antwoorden. Tegelijkertijd roepen die kaders heel wat vragen op. Niet in het minst hoe beide rechtskaders zich tot elkaar verhouden. Zijn kinderrechten het terrein van jeugdbeleid en jeugdactoren en sociale grondrechten het terrein van lokaal sociaal beleid? Of is er synergie te vinden tussen beide rechtskaders die vorm kan geven aan lokale samenwerkingsverbanden en netwerken? Welke plaats krijgen kinderrechten en grondrechten in lokale praktijken? Gezien de veelheid aan thema's en punten van discussie, leverde dit onderwerp een verscheidenheid aan bijdragen op. Dit is het eerste deel van de twee cahiers 'Kinderrechten en sociale grondrechten'. In dit deel ligt de focus op het conceptueel, historisch en maatschappelijk duiden van kinderrechten en grondrechten als onderwerp van beleid. Het tweede deel focust op de beleidspraktijk. Didier Reynaert en Nathalie van Ceulebroeck starten hun bijdrage vanuit de verwondering dat in de ontwikkeling naar een lokaal sociaal beleid kinderrechten minder op de voorgrond treden, maar eerder behoren tot het beleidsdomein jeugd. Ze pleiten voor meer kruisbestuiving tussen lokaal sociaal beleid en lokaal jeugdbeleid, tussen sociale rechten en kinderrechten zonder alles op een hoop te willen gooien. Chris Peeters gaat op zoek naar de verankering van een kinderrechtenbenadering in de vele bestuurlijke ontwikkelingen op lokaal niveau de voorbije tien jaar. De bestuurlijke krijtlijnen maken zeer veel mogelijk en een transversale geïntegreerde aanpak wordt minder dan ooit gehinderd door sectorale schotten. Maar die Vlaamse ontschotting is nog niet overal realiteit. Rudy De Cock gaat in op de vraag naar de verhouding tussen (kinder)armoede en de ontwikkeling van een lokaal kinder- of gezinsarmoedebeleid. De Cock stelt dat kinderarmoede als fenomeen met grote impact op het leven van kinderen niet los kan gezien worden van de gezinnen en de ruimere context waarin kinderen leven. Dat leidt binnen een lokaal bestuur tot een verscheidenheid aan actieterreinen die zich laten kenmerken door integratie met andere beleidsdomeinen en zich richt op alle levensdomeinen.