De negentiende eeuw was een eeuw vol rampen. Catastrofale stormvloeden, rivieroverstromingen, explosies en stadsbranden: om de zoveel jaar vond er wel een ramp plaats die grote materiële schade aanrichtte en veel mensen het leven kostte. Toch leverde deze rampspoed ook iets anders op, namelijk gevoelens van nationale lotsverbondenheid.
Verbonden door rampspoed brengt de manieren in kaart waarop negentiende-eeuwse Nederlanders tijdens grote rampen vorm en betekenis gaven aan nationale gevoelens. In gedichten en pamfletten bejubelden ze hun koningen, die vaak ruimhartig doneerden en de rampplek bezochten, als verbindende symbolen van de natie. Ze voelden medelijden met hun lijdende landgenoten en probeerden deze gevoelens ook bij anderen aan te wakkeren. Hun nationale betrokkenheid kwam vooral tot uiting tijdens nationale inzamelingsacties, als ze torenhoge bedragen ophaalden voor mede-Nederlanders in het rampgebied. Tegelijkertijd vochten ze op die momenten onderling uit wie er wel, en wie er geen deel uitmaakten van de natie.
Fons Meijer laat zien hoe het nationaal bewustzijn bij iedere ramp een kans kreeg zich verder uit te kristalliseren. Hij betoogt dat er zelfs zoiets bestond als rampennationalisme, dat keer op keer meebouwde aan het fundament waarop de natiestaat uiteindelijk stevig kon steunen.