登入選單
返回Google圖書搜尋
Cruiserapport scheepstellingen van zeevogels op het Friese Front, 2018
註釋Het Friese Front en de Bruine Bank zijn twee nieuwe Vogelrichtlijngebieden in de Noordzee. Het Friese Front is aangewezen voor de Zeekoet. De Bruine Bank wordt waarschijnlijk aangewezen voor Zeekoet en Alk. Om te bepalen of de instandhoudingsdoelstellingen voor deze soorten worden gehaald, moeten de aantallen van deze soorten gemonitord worden. Monitoring van zeevogels in het Nederlandse deel van de Noordzee vindt plaats met behulp van MWTL-vliegtuigtellingen. Alken en Zeekoeten kunnen vanuit de lucht echter lastig van elkaar te onderscheiden zijn. Vanaf schepen is de herkenning eenvoudiger. Het onderhavige BO-project 'scheepstellingen zeevogels' dat in 2016-2019 loopt, heeft tot doel inzicht te geven in de aantallen van Alken en Zeekoeten in beide gebieden enerzijds, en anderzijds in de veranderingen in aantalsverhouding tussen beide soorten gedurende het jaar om de MWTL-vliegtuigtellingen te kunnen calibreren. In 2018 zijn twee scheepssurveys op het Friese Front uitgevoerd (24-28 jul, 25-28 nov). De julisurvey was succesvol, terwijl de novembersurvey door slechte weersomstandigheden afgebroken moest worden. Tijdens de julisurvey werden 13650 individuen verdeeld over 25 verschillende vogelsoorten op het Friese Front geteld. Zeekoet (n = 6127), Kleine Mantelmeeuw (n = 2680), Drieteenmeeuw (n = 1544), Noordse Stern/Visdief (n = 1176) en Jan-van-Gent (n = 1175) domineerden de telling. Daarnaast werden 143 individuen verdeeld over drie soorten zeezoogdieren (Dwergvinvis, Bruinvis en Grijze Zeehond) geregistreerd. In november werden op het Friese Front 1864 individuen verdeeld over 15 verschillende vogelsoorten geteld. Zeekoet (n = 717), Alk (n = 697) en Drieteenmeeuw (n = 190) waren de dominante soorten. Daarnaast werden vijf Bruinvissen gezien. Tijdens beide surveys was Zeekoet de talrijkste soort. In juli werden de hoogste aantallen Zeekoeten op het Friese Front geteld, terwijl Alken hier ontbraken. In november waren de aantallen Zeekoeten lager, maar waren Alken talrijker. De verhouding Alk:Zeekoet was in november 1:1. Behalve van alkachtigen werden aanvullende gegevens verzameld over de aantallen van potentieel kwalificerende N2000-soorten Grote Mantelmeeuw (met name nov) en Kleine Mantelmeeuw (met name jul). De aantallen van de potentieel kwalificerende N2000-soort Grote Jager waren tijdens alle 2018-surveys laag. De resultaten van de surveys in 2016 en 2017 zijn gepubliceerd in Geelhoed & Leopold (2017) en Geelhoed et al (2018). Dit rapport geeft een beknopt overzicht van de resultaten van de surveys in 2018. Eind 2019 worden de resultaten van alle surveys nader uitgewerkt en gepresenteerd in een eindrapportage.