Zee- en land-voyagie van den ridder Hendrik Blunt, na de Lavant. Gedaan in het jaar 1634. Waar in op het naauw-keurigst verhaalt wordt, 't geen hem onderweegen van Venetiën door Dalmatiën, Slavoniën, Bosna, Hungaryen, Macedoniën, Thessaliën, Thraciën, Rhodes, tot aan Groot-Cairo in Egypten, en van daar wederom te rug met veel-vuldige gevaren en ongemakken is overgekoomen. Als mede veele bysonderheeden van koningrijken, landschappen, steeden, paleysen, moskëen, chans, gebouwen, kasteelen, rivieren, zee havens, gebergtens, pyramiden, obelisken &c. Daar en boven der Turken gods-dienst, zedelijk gedrag, wapen-rusting, gerigts-oefening, kleding, manier van leven, oorlogen, overwinningen en op wat wijse de Christenen, Jooden en andere door hen overheerde volkeren handelen