Chronycke ofte Beschryvinge van de stadt Antwerpen, de bekeeringe ende voorganck in den waere catholycke religie, het fonderen der abdyën, met het oprechten van cloosters, als oock wanneer de selve sijn in de stadt gekomen, als mede van alle de Roomsche Pausen, bisschoppen, abten de heere aalmoessenirrs, de heere capel-meesters van het Alderheyligste en van de H. Moeder Godts, tot desen Jaere toe; met meer andere rariteyten etc.52)