Woordenboek van de Vlaamse dialekten: Landbouwwoordenschat: afl. 1. Akkerland en weiland. afl. 2. Behuizing. afl. 3. Het erf, met kumulatieve registers. Het erf, wetenschappelijk apparaat (2 v. ). [afl. 4] Paragraaf landbouw. Ploegen. [afl. 5] Spitten, eggen, rollen. [afl. 6] waterhuishouding. [afl. 7] bemesting. [afl. 8] Paragraaf veeteelt. Rund 1. [afl. 9] rund 2. afl. 10. Paard 1. afl. 12. Kleinvee. afl. 13. Pluimvee. afl. 14. Gewassen algemeen: teelt en oogst